EU-belasting voor grote bedrijven: wat is de status?
De Europese Commissie werkt aan een EU-belasting voor grote bedrijven als nieuwe inkomstenbron voor de EU-begroting. Volgens een artikel in de Financial Times gaat het om een jaarlijkse heffing op ondernemingen met een netto-omzet vanaf €50 miljoen, met hogere schijven voor grotere groepen. Het voorstel maakt deel uit van een bredere set “eigen middelen” voor de EU en staat nog ter discussie bij de lidstaten.
Wat houdt de EU-belasting voor grote bedrijven in?
De kern is een zogeheten “corporate resource for Europe”: een jaarlijkse bijdrage op basis van netto-omzet (na subsidies en belastingen), van toepassing op alle grote bedrijven die in de EU actief zijn, ongeacht vestigingsland. Een schijvensysteem moet zwaardere bijdragen vragen van ondernemingen met de hoogste netto-omzet. Doel: de EU minder afhankelijk maken van nationale afdrachten en ruimte creëren voor nieuwe uitgaven (o.a. defensie, rente).
Onderdeel van nieuw pakket ‘eigen middelen’
De Commissie koppelt de EU-belasting aan een pakket met aanvullende inkomstenbronnen. Denk aan een hogere Europese claim op tabaksaccijnzen, een heffing op niet-gerecyclede e-waste, en een handling fee voor long-distance e-commercepakketten. Daarnaast wil Brussel bestaande eigen middelen (zoals ETS-opbrengsten, CBAM en invoerrechten) bijstellen. Publicaties van de Commissie en analyses van advieskantoren bevestigen deze richting; de formele voorstellen voor het MFK 2028-2034 en het Own Resources-besluit verschenen op 16 juli 2025.
Wie wordt geraakt — en hoe?
Drempel: netto-omzet ≥ €50 miljoen. Dit treft middelgrote en grote concerns, inclusief niet-EU-hoofdkantoren met substantiële EU-activiteiten.
Grondslag: netto-omzet (niet winst). Daarmee is de heffing minder gevoelig voor winstschommelingen en verliescompensatie, maar raakt zij ook volumegedreven sectoren met lage marges.
Interacties: de bijdrage komt naast vennootschapsbelasting, Pillar Two-bijheffingen en sectorale heffingen (ETS/CBAM). Dit zorgt voor extra compliance-vereisten, vooral bij groepen met veel EU-entiteiten.
Politieke haalbaarheid: unanimiteit vereist
De maatregel kan alleen met unanieme steun van de 27 lidstaten worden ingevoerd. Traditionele nettobetalers (o.a. Nederland, Duitsland, Zweden) staan kritisch tegenover budgetvergroting en schuiven op “eigen middelen” alleen mee als nationale lasten dalen of controle toeneemt. De Nederlandse regering gaf in september 2025 aan scherper te willen kiezen binnen de nieuwe EU-begroting. Verwacht dus intensieve onderhandelingen en aanpassingen voordat dit daadwerkelijk in regelgeving landt.
Relatie met bestaande EU-heffingen (CBAM, ETS, Pillar Two)
De Commissie int al opbrengsten uit het Emissions Trading System en rekent vanaf 2026 op CBAM-inkomsten bij import van koolstofintensieve producten. Nederland informeert bedrijven actief over CBAM-verplichtingen (registratie, rapportage). Voor multinationals geldt daarnaast Pillar Two (minimumbelasting, 15%). De nieuwe EU-belasting zou hier bovenop komen; integrale planning is dus nodig.
Conclusie: EU-belasting kan grote impact hebben
De EU-belasting voor grote bedrijven kan het fiscale landschap in Europa wezenlijk veranderen. Het plan is nog niet definitief, maar de richting is duidelijk: meer EU-eigen middelen en minder afhankelijkheid van BNI-afdrachten.
Heb jij vragen over de impact van EU-belasting op jouw bedrijf?


The post EU-belasting voor grote bedrijven: wat is de status? appeared first on Nextens.